Geschiedenis van het Leo XIII seminarie
Op aandringen van Paus Leo XIII richtte Désiré Mercier in 1889 te Leuven het Hoger Instituut voor (thomistische)Wijsbegeerte op. Met enkele seminaristen die aan het Instituut kwamen studeren, betrok hij een huis in de Vlamingenstraat, het eerste Leo XIII Seminarie. De nood aan ruimere behuizing deed zich spoedig voelen. Uit alle Belgische bisdommen, maar ook uit het buitenland, werden seminaristen naar Leuven gezonden, hetzij om er filosofie te studeren hetzij voor kandidatuurstudies in de letteren of de wetenschappen, aangevuld met een baccalaureaat in de wijsbegeerte.
De bekende hoogleraar-architect Joris Helleputte ontwierp in 1892 het neogotische gebouwencomplex dat met twee vleugels op de Vesaliusstraat uitgeeft, een linkervleugel die eindigt op een traptoren, en een rechtervleugel met de kapel. Van 1895 tot 1896 leidde Helleputte zelf de bouw van de linkervleugel, in 1896 nam zijn medewerker, Jean-François Piscador de bouw van de tweede vleugel over. Dit gebeurde in nauw overleg met de inspirerende priester-hoogleraar Armand Thiéry, die met zijn familievermogen zowel de bouw van het Instituut als van het Seminarie royaal financierde. Piscador bouwde in 1899 in opdracht van Thiéry het huis St. Jan de Evangelist, op de hoek van de Tiense- en de Vesaliusstraat. Daar werd de academische drukkerij Warny gevestigd (vandaar de huidige naam "huis Wamy") en het secretariaat van de Belgische Lourdesbedevaarten. Daarnaast werd in 1899 het Sint-Franciscushuis in de Tiensestraat verbouwd voor de Zusters die in het Seminarie werkzaam waren. Thiéry liet Piscador in 1900-1902 een uitbreiding ("extensie") voor het seminarie optrekken op een smalle strook grond, achter het huis Sint-Jan de Evangelist aan de Vesaliusstraat: het Heilig-Harthuis. Twee jaar later, in 1904 bouwde Thiéry met Piscador aan de Tiensestraat het Sint-Annahuis met de ingangspoort van het seminarie, daarnaast een boekhandel (later de conciërgewoning) en daarboven kamers voor priesters-professoren aan het H.I.W. Tenslotte bouwde Piscador, nog steeds in opdracht van Thiéry, in 1908 het St.-Jozefshuis, als verbinding tussen St.-Anna en het Heilig-Harthuis, met een toneelzaal, een refter voor de seminaristen en een refter en kamers voor de professoren.
In 1941 zou de linkervleugel van het hoofdgebouw, onder het presidentschap van Louis De Raeymaecker worden uitgebreid met een veertigtal seminaristenkamers langs de Vesaliusstraat. In de tweede helft van de jaren 1950 bouwde president Gerard Verbeke een aanvullend professorenhuis rechts van de ingang in de Tiensestraat, werd de refter van de seminaristen uitgebreid, met daarboven een nieuwe refter voor de professoren, en werd aan de tuinzijde van het hoofdgebouw beneden een recreatiezaal toegevoegd en nieuwe kamers voor het steeds toenemende aantal seminaristen (toen ongeveer 120).
Tot en met 1964-1965 werd in het Leo XIII-seminarie uitsluitend huisvesting geboden aan studenten-clerici (uit het binnen- en buitenland) en aan priesters-professoren van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. Vanaf 1965-1966 werd de nieuwe vleugel van het seminarie aan de Vesaliusstraat gedeeltelijk tot jongenspedagogie omgevormd (Vivescollege). Op 1 oktober 1975 werd de "Vives" opgeheven en op 30 januari 1976 (samen met het grootste gedeelte van de speelzaal van het seminarie en de belendende lokalen) aan het Departement Pedagogische wetenschappen afgestaan. Bij de verdeling bleven nog 40 studentenkamers ter beschikking van het seminarie. Door het geringe aantal seminaristen dat jaar (14) zag de directie van het seminarie zich echter verplicht een aantal kamers te verhuren. Het lag toen voor de hand opnieuw voor de formule priester-kandidaten en lekenstudenten te kiezen. Van het begin af was de primaire bekommernis dat het opnemen van deze lekenstudenten geen afbreuk zou doen aan het eigen karakter van het seminarie als vormingshuis voor toekomstige priesters. Uiteindelijk bleef het aantal priesterkandidaten dalen waardoor het seminarie vandaag alleen nog seculiere studenten huisvest en dus een christelijke studentenresidentie is geworden. |