Joseph Piscador
Joseph François Piscador werd op 27 mei 1866 geboren te Gent, in een Wetterse schrijnwerkersfamilie, als oudste van acht kinderen. In zijn jeugd was hij een spontane, rustige en werkzame jongenman die reeds vroeg in het atelier van zijn vader de schetsen van de houtconstructies maakte. Hij was kunstgevoelig en mocht naar de St-Lucasscholen waar hij verschillende ateliers doorliep.
Daarna vond hij zijn weg in de Hogere Sint-Lucasschool en volgde er een doorgedreven architectenopleiding in de 'neogotische traditie' van J.B. Béthune. Volgens de archieven van de Sint-Lucascommuniteit te Gent, was hij één van de briljantste studenten en behaalde hij in 1889 ' De Grote Prijs voor Architectuur'. Door de goede contacten die Joris Helleputte had met Jean Baptiste Béthune, rekruteerde hij vanaf 1890, uit de Gentse Sint-Lucasscholen, de beste afgestudeerden als assistenten voor zijn bloeiende architectuurpraktijk, zo kwam ook Joseph Piscador naar Leuven. Helleputte zelf begon op dat ogenblik (1889) aan een politieke carriere als katholiek volksvertegenwoordiger en later als minister van verscheidene regeringen
Daarna vond hij zijn weg in de Hogere Sint-Lucasschool en volgde er een doorgedreven architectenopleiding in de 'neogotische traditie' van J.B. Béthune. Volgens de archieven van de Sint-Lucascommuniteit te Gent, was hij één van de briljantste studenten en behaalde hij in 1889 ' De Grote Prijs voor Architectuur'. Door de goede contacten die Joris Helleputte had met Jean Baptiste Béthune, rekruteerde hij vanaf 1890, uit de Gentse Sint-Lucasscholen, de beste afgestudeerden als assistenten voor zijn bloeiende architectuurpraktijk, zo kwam ook Joseph Piscador naar Leuven. Helleputte zelf begon op dat ogenblik (1889) aan een politieke carriere als katholiek volksvertegenwoordiger en later als minister van verscheidene regeringen
Vanaf 1896 ging Joseph François Piscador zijn eigen weg in een artistiek zoeken naar vernieuwingen en stijlcombinaties. De jonge architect was zeer intensief bij al zijn ontwerpen betrokken, hij ging volledig op in al zijn projecten en volgde ze nauwgezet op bij de uitvoering. Het jonge gezin Joseph Piscador - Hélène Van Aerschodt met hun twee kinderen Marie en Raoul behoorde tot de gegoede, franssprekende, katholieke, Leuvense burgerij. Het karakter van deze slanke, donkerharige, wat kalende jonge man wordt omschreven als "doux, jovial, sensible, gai, travailleur”- een stille, gevoelige werker en joviale levensgenieter. Op het ogenblik dat A. Thiéry gedeelten van de Sint-Gertrudis abdij koopt moet de echtgenote van Piscador, Hélene een zware heelkundige ingreep ondergaan waardoor ze lichamelijk zwak blijft en zich niet meer volledig zal kunnen inzetten voor het huishoudelijk werk.
|
Kanunnik Thiéry, de man die Piscador groot maakte bij de bouw van het 'Heilig Harthuis' in 1902, zal hem, gedurende meerdere jaren tussen 1912 en 1925, de meest bizarre, bijna hallucinante opdrachten geven bij de renovaties van zijn abdijruïne. Op bepaalde momenten ontstonden er bovendien erge conflicten met zijn architect omdat Thiéry de plannen in impulsieve buien deed wijzigen. De kanunnik zal hem tenslotte meesleuren in het decennialange juridische steekspel tegen iedere denkbare instelling (de kerkfabriek, de commissie voor monumenten, de Stad Leuven) die betrokken was bij de heropbouw en herinrichting van de Sint-Geertrui abdij. De te sterk dominante, imponerende persoonlijkheid en de juridische overredingskracht van kanunnik Thiéry zouden de gezondheid van de anders zo opgewekte en rustige architect vanaf 1925 langzaam ondermijnen en zijn trillende handen zullen nog nauwelijks de fijne, ingekleurde tekeningen van zijn opdrachtgevers kunnen afwerken. Toch werd J.F. Piscador wegens zijn verdienste als architect-expert tot voorzitter verkozen van de 'Vereniging voor architecten van de Leuvense agglomeratie'.
Op de laatste dag van januari 1928 overlijdt hij op bijna 62-jarige leeftijd, na een langdurige en pijnlijke ziekte, teruggetrokken op zijn buitengoed 'Het Puthof' te Wilsele (Putkapel). Hij ligt nu begraven op het 'Groot Kerkhof van de Stad Brussel' te Schaarbeek tesamen met zijn echtgenote Héléna die hem, ondanks haar zwakke gezondheid, nog vele jaren zou overleven.
Geschreven door Bjorn Dubois, de oorspronkelijke versie is van Juveyns Lambert die en scriptie schreef over Joseph François Piscador. Deze scriptie werd gepubliceerd door de Geschiedkundige en Oudheidkundige kring van Leuven.
Op de laatste dag van januari 1928 overlijdt hij op bijna 62-jarige leeftijd, na een langdurige en pijnlijke ziekte, teruggetrokken op zijn buitengoed 'Het Puthof' te Wilsele (Putkapel). Hij ligt nu begraven op het 'Groot Kerkhof van de Stad Brussel' te Schaarbeek tesamen met zijn echtgenote Héléna die hem, ondanks haar zwakke gezondheid, nog vele jaren zou overleven.
Geschreven door Bjorn Dubois, de oorspronkelijke versie is van Juveyns Lambert die en scriptie schreef over Joseph François Piscador. Deze scriptie werd gepubliceerd door de Geschiedkundige en Oudheidkundige kring van Leuven.